designer-interview 101: Thaïs Vanderheyden
07.12.2012
De kleine zebra blogt niet alleen over de leukste producten maar interviewt vanaf nu ook de mama’s en papa’s achter hippe (kinder)merken. Vandaag een inspirerend gesprek met auteur en illustrator Thaïs Vanderheyden. Naam: Thaïs VanderheydenLeeftijd: 36 Kids: 2 jongens! Bob (4,5) & Morris (3) Woonplaats: Schoten - Antwerpen Ontwerpt voor: Clavis Uitgeverij Te koop bij de kleine zebra sinds: oktober 2012 1.Heb je een specifieke opleiding gevolgd? Ik ben kunsthistorica maar als kind volgde ik tekenles in de kunstacademie van Brugge. Dat was toen al m’n echte passie.2. Hoe/wanneer ben je gestart met illustreren? Ik was in 2009 op zoek naar een geboortekaart voor mijn tweede zoontje. Omdat ik niet vond wat ik wou, heb ik pen en papier genomen en heb de kaart zelf gemaakt. De oude liefde was er weer! Een paar maanden later had ik een heuse portfolio samengeschilderd en daar ben ik mee naar Clavis gestapt…3. Je illustreert voor kinderen. Verloopt het tekenproces anders sinds je kinderen hebt? Ik begrijp meestal goed wat er in zo’n kinderkopje omgaat. Dat was al zo vóór ik zelf kinderen had. Ik denk dat ik op één of andere manier het ijs snel breek. Zo belanden ze meestal in ‘no time’ op mijn schoot.Bob & Morris hebben eigenlijk niet zo veel invloed op mijn werk. Ik test wel alle verhalen op mijn kritische kroost. Als ze het blad willen draaien voor ik de tekst heb voorgelezen zit het niet goed. Dan moet de plaat voller of de tekst korter…4. Evolueren jouw ontwerpen naarmate je kinderen groeien? Ik zit nog niet lang genoeg in het vak om dat te kunnen testen. Maar omdat ik echte prentenboeken maak, zijn ze vooral gericht op kleuters en kinderen in het eerste en tweede leerjaar. Da’s mijn favoriete doelpubliek.5. Haal je inspiratie uit je eigen kinderen? Door hen kom je natuurlijk op plaatsen waar je anders misschien niet zo snel raakt. Een dierentuin of circus, een carnavalstoet, een Sinterklaasfeest… Dat zet het proces soms wel in gang. Ook grappige uitspraken schrijf ik meestal op. Bob noemt kasseien bijvoorbeeld ‘zotte stenen’ en een kerktoren ‘een kerstboomhuis’. Dat vind ik echt geweldig.6. Hoe verloopt het proces van het tekenen? Werk je met de inspiratie van het moment? Ontwerp je specifiek per seizoen? Een verhaal komt meestal op tijdens een slapeloze nacht of in de file. Eerst een algemene setting, dan een personnage en dan telkens meer wendingen en details. Dat kribbel ik dan onmiddellijk als een gek op een blaadje. Later als het idee even ‘gestoofd’ heeft, kuis ik het een beetje op, schrap ik en vul ik aan, vereenvoudig ik de tekst en deel het verhaal op in ’12 platen’.7. Testen jouw kinderen je boeken? Zijn ze je testpubliek? Dat zijn ze zeker en vast. Als de tekening hun onderzoekende oogjes niet kan vasthouden en boeien, begin ik gewoon opnieuw. Ook de tekst moet puur en kort genoeg zijn om het geheel ‘voorleesbaar’ te maken.8. Welk product (van je eigen ontwerpen) vind je zelf fantastisch? Elk laatste boek. Op dit moment liggen de Spiekpietjes in de winkel. Dat boek heb ik met ongelooflijk veel plezier gemaakt… Het kon niet lang genoeg duren. Misschien wel een goede reden voor een vervolg…9. Welke andere specifieke boeken of illustratoren vind je leuk? Heb je even? Richard Scarry, Beatrix Potter, Quentin Blake, Leo Timmers, Guido Van Genechten, Tom Schamp, Dick Bruna, Elisabeth Ivanovsky, Fiep Westendorp… En ik ben de aller- aller- allergrootste fan van Roald Dahl!!10. Met wie zou je graag samenwerken? Dat is een moeilijke vraag. Guido Van Genechten is een zeer fijne verhalenverteller. Dat zou dus wel iets kunnen worden. Op dit moment teken en schrijf ik alles zelf en dat lukt prima, maar als er een verhaal voorbij komt dat goed bij me past is het ook welkom hoor.11. Waar droom jij van? Een atelier of houten huisje ergens achter in de tuin (zo ééntje als dat van Roald Dahl) waar ik binnen 50 jaar nog steeds met een mok gember-thee dàààgen aan een tekening kan werken.